zaterdag 16 augustus 2014

Voetgangers- en fietsersbrug afgesloten

Sinds woensdagmorgen is de voetgangers- en fietsersbrug over de Grote Nete ter hoogte van ’t Schipke enkele weken dicht. De brug is toe aan een onderhoudsbeurt en wordt daarom een tijdje afgesloten.

De brug aan de Niemandshoek ligt er sinds 1949 en verbindt de oevers van Herenthout en Itegem. De werken zullen naar schatting acht weken duren. Wie de Grote Nete toch wil oversteken, kan dat zo’n kleine twee kilometer stroomafwaarts, via de Hullebrug in Itegem.



’T SCHIPKE
Tot in de 19de eeuw was de omgeving van ’t Schipke zeer moerassig en bijgevolg onbewoond. Door het uitvoeren van dijkwerken en de aanleg van afwateringsgrachten kwam hierin verandering. In 1844 kwam ’t Schipke voor het eerst voor op het kadaster. Later kreeg het de functie van veer, herberg en boerderij. In 1949 plaatste men er een voetgangersbrug, met als gevolg dat het veer kort nadien werd afgeschaft.
Joannes Alfons Vervloet, gehuwd met Maria Ludovica De Smet, was de laatste veerman aan ’t Schipke. Hij was ook boer en herbergier. Voor één overzet van oever tot oever betaalden personen ouder dan 12 jaar 0,80 frank. Jongeren betaalden 0,50 frank en op de arm gedragen kinderen mochten gratis mee.
De overzetdiensten waren van groot nut voor de plaatselijke bevolking. Ze hadden tevens een folkloristische charme, omwille van de bijhorende badplaatsen en de typisch landelijke volksherbergen. Op de Grote Nete waren er in 1891 vier overzetdiensten operationeel: ’t Schipke (Herenthout-Itegem), Hof van Rameien (Gestel-Bevel), Pinzieleke (Itegem-Hallaar) en Ter Laeken (Booischot-Hulshout).

VEERDIENSTEN
In de Romeinse tijd bestonden in onze streken reeds veerdiensten op plaatsen waar de heirwegen rivieren kruisten. Ook op de doorwaadbare plaatsen ontstonden nadien vaak veren met aanlegsteigers. Oeverbewoners hielden immers een bootje gereed voor het geval het waterpeil te hoog stond. De eerste veermannen begonnen zo heen en weer te varen. In de 12e eeuw werd het overzetten vaak door vissers verzekerd. De oudste vermelding van een veer dat nu nog bestaat, dateert uit 1255: ‘Het Konkelveer’ over de Schelde tussen Schoonaarde en Berlare.
Veerpacht was belangrijk want het bracht geld in het laatje van adellijke oeverbezitters of van abdijen. Tijdens de Franse overheersing kwam in 1798 een wet tot stand waardoor alle veerrechten aan de staat toekwamen. De verpachting van veerdiensten werd eenvormig gereglementeerd. Tot op heden worden de meeste veren uitgebaat door Waterwegen en Zeekanaal NV.


Joannes Alfonsus Vervloet (° Berlaar, 27 september 1878) en Louisa De Smet (° Itegem, 28 december 1882) vierden in 1953 hun gouden jubileum. Zij huwden te Herenthout op 23 maart 1903. Vader Carolus De Smet (° 1857, + 1956), den Ouwe Smet, staat rechts op de foto. Hij zou de oudste inwoner van Herenthout worden en haalde net de 100 niet.

Bronnen: inventaris.onroerenderfgoed.be/dibe/relict/47213; DRIJBOOMS F.: “Herenthout..., rustig verpozend in de Netevallei, genietend van ’n borrel of pint... in ’t Schipke”, Sandelyntje, 1986, III, nummer 2, p. 14-22; Hilde Kennes & Rita Steyaert: “Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16N3, Brussel - Turnhout”, 2001; Kempens Erfgoed

Geen opmerkingen: