In 2021 trokken ze in de Zuiderkempen aan de alarmbel: de wegen slibben dicht. De provincie Antwerpen nam de coördinerende taak op om samen met de betrokken steden en gemeenten de knelpunten in kaart te brengen en vervolgens mogelijke oplossingen te zoeken. Dit resulteerde in de bovenlokale Mobiliteitsvisie Zuiderkempen. Afgelopen vrijdag ondertekenden de provincie Antwerpen en de veertien betrokken steden en gemeenten Aarschot, Begijnendijk, Berlaar, Grobbendonk, Heist-op-den-Berg, Herentals, Herenthout, Herselt, Hulshout, Laakdal, Lier, Nijlen, Olen en Westerlo een samenwerkingsovereenkomst om het actieplan te realiseren.
Goede afspraken maken goede vrienden. Om goed samen te werken ondertekenden de provincie Antwerpen en de steden en gemeenten een samenwerkingsovereenkomst. “Hiermee maken we elkaar duidelijk dat ieder van ons verder wil samenwerken om onze engagementen na te komen. Zo is de eerste actie van de bovenlokale Mobiliteitsvisie Zuiderkempen een feit”, bevestigt Mireille Colson, gedeputeerde en voorzitter van de stuurgroep Zuiderkempen.
Groepsfoto gemeenten en gedeputeerde Mireille Colson. - Copyright: provincie Antwerpen, fotograaf Koen Fasseur
Mobiliteitsstudie Zuiderkempen
Eén gemeente kan onmogelijk het mobiliteitsvraagstuk in de Zuiderkempen aanpakken. Het is ook ver van opportuun: maatregelen van de ene gemeente kunnen voor nieuwe problemen zorgen in een andere. De provincie nam daarom een coördinerende rol op. De toekomstvisie is geschreven in samenwerking met de steden, gemeenten, Infrabel, NMBS, De Lijn, het Departement Mobiliteit en Openbare Werken Vlaanderen en het Agentschap Wegen en Verkeer.
“Na de goedkeuring van de eindvisie Mobiliteitsstudie Zuiderkempen geven de gemeenten, steden en de provincie Antwerpen nu, met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst, het startschot voor de uitvoering van het actieplan”, geeft gedeputeerde Mireille Colson aan. “Concreet maken we nu afspraken over wie wanneer welk initiatief neemt, bijvoorbeeld om studies op te starten, ontwerpen op te maken of infrastructurele maatregelen uit te voeren. Kortom, er is werk aan de winkel.”
Actieplan
Het actieplan omvat onder andere het optimaliseren van het wegennet, de implementatie van een vrachtroutenetwerk en de realisatie van belangrijke fietsverbindingen. Om de doorstroming op de gewestwegen te verbeteren en doorgaand verkeer in dorpskernen te verminderen, neemt men zowel infrastructurele als snelheidsmaatregelen. “We kiezen voor gerichte zones van 30 en 50 in woonwijken en op landbouwwegen, gecombineerd met een snelheidsregime van 70 km/u op verbindings- of gewestwegen”, aldus Colson.
Uit de Mobiliteitsvisie blijkt dat de verhouding tussen duurzame en niet-duurzame verplaatsingen, dit zijn verplaatsingen met de fiets en het openbaar vervoer ten opzichte van het privaat verkeer met de wagen, 30 - 70% bedraagt. Om de vooropgestelde doelstelling van 40% duurzaam en 60% niet-duurzaam in het regionaal mobiliteitsplan te behalen, is een verdubbeling van het aantal fiets- en openbaar vervoerverplaatsingen nodig.
Veilige fietsverbindingen
Het actieplan legt ook de nadruk op veilige fietsverbindingen. De F103 (Lier - Herentals) en de F104 (Lier - Aarschot en F106 Herentals-Aarschot) worden gerealiseerd en geoptimaliseerd, terwijl langs wegen met een snelheidsregime van 70 km/u nieuwe veilige fietspaden worden aangelegd. Studies voor autoluwe fietsroutes tussen verschillende steden en gemeenten zijn ook opgenomen in het plan.
De provincie als ondersteunende coördinator
Om het actieplan te realiseren, is een goede procesopvolging nodig. De provincie Antwerpen zal haar rol als coördinator waarmaken door de steden, gemeenten en de bovenlokale mobiliteitsactoren samen aan tafel te brengen, de stuurgroep samen te brengen, voor te bereiden en op te volgen.
“Mobiliteit stopt niet aan een gemeentegrens. Ik zie het als een belangrijke provinciale taak om samen met de steden en gemeenten bovenlokale visies te ontwikkelen. Ik geloof dat we met een bottom-up benadering heel wat zaken kunnen realiseren”, beaamt gedeputeerde Mireille Colson. “Partners in deze samenwerking zoals de steden en gemeenten maar ook Infrabel, de provincie Antwerpen of het Agentschap Wegen en Verkeer kunnen nu studies en projecten opstarten om de veiligheid en doorstroming op hun netwerk te verbeteren. Als coördinator houden we overzicht van alle activiteiten.”