Identikit Korben Guns
Korben Guns is student conservatie-restauratie aan de universiteit van Antwerpen. Voor het vak genealogie moest hij een werk maken in verband met familiegeschiedenis. Hiervoor heeft hij het talrijke gebruik van de lelies op het wapenschild van de familie van Reynegom in Herenthout in kaart gebracht en onderzocht waar dit pronkgedrag vandaan kwam. Als onderdeel van deze opdracht moet hij zijn werk ergens publiceren zodat het openbaar beschikbaar blijft voor een breed publiek. Voor Herenthoutse geschiedenis dacht Korben meteen aan De Nieuwe Schakel. Speciaal voor De Nieuwe Schakel verwerkte Korben het academisch werk naar een meer lezersvriendelijk artikel.
▼
zondag 29 januari 2023
Pronken met lelies
Wie ooit een wandeling heeft gemaakt door het prachtige kasteeldomein van Herlaar, of de begraafplaats bezocht heeft, is waarschijnlijk al eens het wapenschild van de adellijke familie van Reynegom de Buzet et d’Hérenthout tegengekomen. Deze familie heerste immers als feodale heren over Herenthout van 1684 tot de afschaffing van het feodalisme in onze contreien in 1795. Daarnaast leverde deze familie ook veruit de langst dienende burgemeester van Herenthout (Paul van Reynegom, burgemeester 1896-1939). Wat veel mensen niet weten omdat het kasteel niet openbaar toegankelijk is voor publiek, is hoe gretig de van Reynegoms wel niet waren in het gebruiken van de lelies op hun wapenschild op zoveel mogelijk plaatsen. Van gebouwen en meubilair tot porselein en bestek. In dit artikel brengt student conservatie-restauratie Korben Guns hun obsessie in beeld, en poogt hij een mogelijke oorsprong achter dit pronkgedrag te achterhalen.
Laat ons een dag inbeelden van een telg uit deze familie op het kasteel rond 1900. Na het ontwaken
daal je af van de grote marmeren trap van het kasteel. In de leuning zijn de gouden lelies van van
Reynegom verwerkt. In de eetzaal hangt een enorm wandtapijt van 2,5 op 4 meter met hetzelfde
wapenschild gemaakt in Oudenaarde, eind 17de eeuw. De twee buffetkasten zijn respectievelijk
gedecoreerd met de wapenschilden van Reynegom en de Cartier. Hetzelfde geldt voor de borden, waar
het allientiewapen van Reynegom en Osy te zien is. Op het uiteinde van de stelen van het bestek staan
baronnenkroontjeszoals bovenop het wapenschild. Aan de pink van de linkerhand waarmee je de vork
vasthoudt prijkt een zegelring. Vanuit de eetzaal kan je naar het overdekte terras van het kasteel (door
de baron zelf “de openlucht” genoemd). Boven beide deuren is in de gevel een wapenschild in plaaster
aangebracht. Veruit de grootste weergave van het wapen is boven de ophaalbrug tegen de gevel van
het middeleeuwse poorthuis te zien. Op beide torens van dit poorthuis stonden ooit windhanen met
kleine gietijzeren schildjes op, maar één van de twee is ondertussen naar beneden gevallen. Hetzelfde
geldt voor de grote hal waar het alliantiewapen van Reynegom-Maillaerts boven de inkom zichtbaar is
aan de binnenzijde in plaaster. Je kan het dus zien als je aankomt en vertrekt. Ook aan de brug die over
de slotgracht naar het kasteel leidt, hing vroeger een gevelsteen die inmiddels is afgebroken en in de
kelder ligt. Aan elke deur op het gelijkvloers is ook de deurklink met lelies versierd. Net zoals de
trapleuningen is het hekwerk rond de binnenplaats voorzien van enorme gietijzeren lelies. En dit alles
is nog maar het kasteel zelf…
We maken een wandeling door het kasteeldomein. In de kapel die bij het kasteel hoort zijn nog 18
rouwborden of “obiits” te zien toegewijd aan van Reynegoms die ooit het kasteel bewoonden,
gedateerd tussen 1707 en 1989. De kelders van het kasteel (waar alleen het personeel kwam) hadden
vloeren betegeld met lelies, en zelfs de paardenstallen hadden muren bezaaid met lelies in Delfts
blauw. De watermolen op de Wimp is voorzien van een soberdere versie van de gevelsteen die we
eerder boven de ingangspoort van het kasteel zagen. En ook de oude boerderij heeft muurankers tegen
de zijgevel in de vorm van lelies, zodat ook zij niet vergaten wie de baas was.
Daarnaast zijn er nog talloze voorwerpen zoals het van Reynegom getijdenboek, de van Reynegom
gildebreuk en talloze portretten die uit het kasteel verdwenen zijn sinds het vertrek van de van
Reynegoms in 1955. Waarom die eerste twee objecten de naam “van Reynegom” hebben gekregen is
op zich een raadsel. Het getijdenboek kwam pas 150 jaar na zijn ontstaan in het bezit van de familie,
en ook op de gildebreuk is geen enkel wapenschild of naam verwijzend naar van Reynegom te vinden
(verschillende andere Herenthoutse namen zoals Heylen en Horemans staan er wel op). Wel is het
wapenschild van de familie van Voorspoel centraal aangebracht en werd de breuk zelf gedoneerd aan
de Koning Boudewijnstichting door barones Monique della Faille d’Huysse. Waarom het dan de “van
Reynegom” gildebreuk heet, is een typisch staaltje geschiedenis(her)schrijven door de familie.
Uiteraard zijn veel telgen uit dit geslacht in Herenthout gestorven en hier ook begraven op de
begraafplaats aan de zeer toepasselijk genoemde “van Reynegomlaan”. Daar valt meteen in het
midden van de begraafplaats het statige huisje boven de grafkelder van de familie op. Ook hier is
nogmaals een gevelsteen aangebracht bijna identiek aan dat van het poorthuis. Ook het hekwerk is
voorzien van gietijzeren lelies, en zelfs de kapitelen van de zuilen die het dak ondersteunen zijn
lelievormig. Vreemd genoeg is de grote deksteen op de grafkelder niet familiaal verbonden aan de van
Reynegoms. Het gaat om het echtpaar François Sandelyn en Clara van der Dilft, respectievelijk
gestorven in 1632 en 1649. De familie Sandelyn was voor de van Reynegoms feodaal heer van
Herenthout, Herlaar en Wiekevorst (1505-1684). Waarom gebruikten ze het graf van mensen waar ze
geen familie van waren, en met wiens nakomelingen ze zelfs regelmatig ruzie hadden over heerschap
in hun voormalige heerlijkheid? Waarschijnlijk om hun familie te presenteren als “vervolg” op de
Sandelyns. We kunnen dit op cynische wijze letterlijk grafroven noemen.
Maar dit alles verklaart nog niet waarom de van Reynegoms zo obsessief waren in alles te versieren
met hun lelies. Alle adellijke families moeten immers bij wet een wapenschild hebben (maar ook
gewone burgers hebben daar recht op, mits betaling). Waarom zijn kastelen in onze buurt dan niet net
zo overladen met de heraldische symbolen van hun voormalige eigenaars? Daarvoor en ik terug gegaan
naar de eerste vermelding van adellijke families uit onze omstreken. Vrijwel al deze families hebben
voor zover de bronnen teruggaan altijd in de Zuidelijke Nederlanden gewoond. De van Reynegoms
echter kwamen uit Egmont-aan-Zee in Holland, en zijn weggevlucht naar Antwerpen en Brussel begin
17de eeuw uit angst om in slechte smaak te vallen bij de andere machtige families uit Gouda en Leiden
voor hun aanhang aan het katholieke geloof. Daarna volgde de adoptie van enkele telgen uit de familie
tot één van de zeven Brusselse geslachten, de Roodenbeke, de adelsverheffing van Cornelius van
Reynegom in 1668 en de verwerving van de feodale heerlijkheden Buzet, Coensborgh, Heetvelde en
uiteraard ook Herenthout en Herlaar. Hun pronkgedrag is, zoals het mij uit al deze voorbeelden lijkt,
een uit de hand gelopen poging om hun Hollandse roots te verbergen en mogelijke verwijten van
protestantisme van zich af te wenden om “erbij” te kunnen horen met de rest van de lokale, katholieke
adel. En, wat in latere generaties is uitgedraaid tot een stevig staaltje grootheidswaanzin dat we
vandaag de dag nog steeds rondom ons zien lang na het vertrek van de laatste van Reynegom uit
Herenthout. (Tekst:Korben Guns)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten