De vlammentoorts die zaterdagavond de veestal van Rudy Van Meerbeek (44) in lichterlaaie zette, was van kilometers ver te zien. Honderden kijklustigen kwamen zich dan ook in de Doornstraat vergapen aan het inferno. De getroffen landbouwer doet vandaag zijn verhaal in Gazet van Antwerpen.
“Ik zat in bad toen ik omstreeks 20 uur telefoon kreeg”, vertelt Van Meerbeek in de krant. “Een overbuur meldde dat mijn stal in brand stond. In mijn ondergoed rende ik naar buiten. Nog voor de brandweer arriveerde, probeerde ik met de hulp van buren alle dieren naar buiten te jagen.” De veestapel van tachtig koeien bleef nagenoeg ongedeerd. Eén kalf overleefde de vlammen niet. Enkele andere dieren liepen ernstige brandwonden op.
Volgens brandweercommandant Luc Heylen ontstond het vuur vermoedelijk achteraan in de hooiopslagplaats. De oorzaak is zelfontbranding; de wind wakkerde de vlammen aan. “Samen met de korpsen van Grobbendonk en Herentals blusten we tot 6 uur ’s morgens. Met een kraan en twee gemeentelijke voertuigen voerden we alle hooi en stro naar een aangrenzende weide. Zondagvoormiddag zijn mijn manschappen teruggekomen om na te blussen.”
De brandweer kon verhinderen dat het gebouw volledig instortte, maar de schade is groot. “Mijn stal is grotendeels verwoest. Het dak en de zijmuren zijn opgebrand. Tweehonderd ton hooi en stro ben ik kwijt, net als heel wat materiaal. Alle leidingen van mijn melkmachine liepen rookschade op. Die moet ik vervangen”, zucht Van Meerbeek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten