woensdag 25 april 2012

Kempense helden en heldinnen op Erfgoeddag

De twaalfde editie van Erfgoeddag brak afgelopen zondag records: meer dan vijfhonderd organisaties presenteerden zo’n achthonderd activiteiten. 240.000 bezoekers brachten eer aan hun helden en heldinnen.

Dat Kempens Karakter had gekozen voor wielerhelden en -heldinnen, kon je hier gisteren al lezen. Het naburige K.erf, de erfgoedcel die de gemeenten Balen, Dessel, Geel, Laakdal, Meerhout, Mol en Retie omvat, ging op zoek naar de grootste Kempische held. De verkiezing vond zondag plaats in het park van Villa De Schans in Dessel. Villa en domein zijn normaal niet toegankelijk voor het publiek en liggen naast de zandontginningsfabriek Sibelco, die er momenteel ook eigenaar van is. Indertijd was ze het zomerverblijf van Baron Van Eetvelde, stichter van de zandwinning.
De genomineerde helden waren in de persoon van toneelspelers aanwezig en prezen op die manier zichzelf aan om de stem van de aanwezigen te bemachtigen. Uiteindelijk kwam de zandmijnwerker (Mol) als eerste uit de verkiezingsbus. Straf eigenlijk dat de stakers van Vieille Montagne (Balen) niet hebben gewonnen — zeker nu de film ‘Groenten uit Balen’ zo’n succes is gebleken ...
Ook plaatselijke held Karel Minnen — een Desselaar die als 20-jarige loteling in het leger van Napoleon heeft gevochten in Rusland, Oostenrijk en Duitsland en bij de weinigen was die dat daarna nog kon verder vertellen — was genomineerd. Onze man vond het verder nogal straf dat hij destijds meer dan een uur onder zijn dood paard had gelegen. Zielig was dan weer dat die mannen in Rusland bij het terugtrekken hun paarden de pezen aan de knieschijven moesten oversnijden, zodat de Russen er niets meer mee konden aanvangen ...
Minnen is uiteindelijk nog 87 of zo geworden. Het boek ‘Rikke-tikke-tak’ van Hendrik Conscience is gebaseerd op de verhalen van de man. De twee hebben namelijk samen aan de toog gezeten toen Conscience enkele maanden in Dessel verbleef.
Ook leuk: het toneeltje over zuster Antonia Donckaert (Geel) en het verhaal over hoe het dorpje Retie aan zijn naam is gekomen. Volgens de legende reed Sint-Martinus lang geleden op een paard in de lucht over het dorp. De mensen die toevallig naar boven keken, hadden het wonder zien gebeuren. De laatkomers vroegen achteraf: “Ja ma, reed ie ???” Die plaats is dan Retie geworden. Retie had dus evengoed Vlogie kunnen heten!

Geen opmerkingen: