donderdag 29 september 2016

Afrikaans virus slaat hard toe bij merelpopulatie

Het usutuvirus, dat verspreid wordt door muggen en al een paar weken voor een grote sterfte onder merels zorgt in Limburg, slaat nu ook hard toe in de Kempen en verder naar het westen. In het Vogelopvangcentrum Neteland in de Langstraat worden elke dag dode en stervende merels binnengebracht. Ze worden voor onderzoek doorgestuurd naar een centrum voor diergeneeskunde.

In een vogelkooi in het VOC in Herenthout zit een zielig hoopje merel met opgestoken pluimen en gesloten ogen. “Hij is hier een paar uurtjes geleden binnengebracht. Misschien leeft hij tot morgenvroeg, maar ik denk dat hij de nacht niet zal halen”, zegt Mieke De Wit, oprichtster van het VOC in Herenthout, in Gazet Van Antwerpen.
Mieke grijpt in een grote zak die ze uit de diepvries van het VOC haalt en waarin ze de kadavers van de dode dieren bewaart. Een twintigtal dode merels is individueel verpakt en gemerkt. Op een bijgesloten papiertje staat opgeschreven waar ze vandaan komen, wanneer ze zijn binnengebracht in het VOC en wanneer ze het loodje legden.
“Half augustus kregen we de eerste dieren binnen”, zegt Mieke, terwijl ze wijst op het kadaver van een bosuil, die ook in de diepvrieszak met de merels is verzeild geraakt. “Ook uilen zijn vatbaar voor het usutuvirus. Net als mussen. Het is al de tweede bosuil die we hier binnen krijgen.”
Sinds Natuurpunt heeft opgeroepen om dode en zieke dieren te melden, kloppen de Kempenaren nog veel meer bij het VOC in Herenthout aan. “Sinds een paar dagen krijgen we elke dag dode en stervende merels binnen”, zegt Mieke De Wit. “Gisteren kwam er zelfs een vrouw uit het Antwerpse met een dode merel tot hier.”
Aanvankelijk stuurde het VOC in Herenthout de gesneuvelde merels in diepgevroren toestand voor autopsie naar de faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke (UGent). Daar concludeerde men al snel dat het usutuvirus in het spel was, zo genoemd naar een rivier in Swaziland in zuidelijk Afrika waar het oorspronkelijk vandaan komt. Wetenschappers gaan ervan uit dat trekkende zwaluwen (die er ongevoelig voor zijn) het tot in Europa hebben gebracht. Enkele jaren geleden kende het een eerste opstoot in Oostenrijk, en later ook in Duitsland.
Bij de nieuwe virusuitbraak is in Duitsland zowat één derde van alle merels gestorven en kun je in verschillende gebieden geen merels meer vinden, zo meldt de Duitse Vogelbescherming. En nu is ook ons land aan de beurt.
Het aantal merels dat in de verschillende VOC’s te lande intussen wordt binnengebracht, is zodanig gestegen dat de overheid de behandeling van de dode vogels en het onderzoek ervan zelf in handen heeft genomen. “Het Agentschap voor Natuur en Bos komt bij ons nu zelf de kadavers ophalen”, zegt Mieke De Wit. “Ze worden naar het Centrum voor diergeneeskunde en agrochemie in Ukkel gestuurd, waar ze worden onderzocht, zodat de precieze doodsoorzaak en de verspreiding van het virus beter in kaart kunnen worden gebracht.”
Voor Mieke De Wit en het VOC in Herenthout komt de massale vogelsterfte bovenop een slecht vogeljaar. “In het voorjaar was het véél te nat”, legt Mieke uit. “Mensen kwamen hier veel zieke dieren afgeven. We zitten nu al aan 2.470 vogelslachtoffers die er sinds begin dit jaar bij ons zijn binnengebracht. Dat zijn er al 400 meer dan vorig jaar en nu komen al die dode merels daar nog bij.” (Bron: GVA)


(Foto: Joren De Weerdt)

Geen opmerkingen: