maandag 14 augustus 2006

Parkfeesten nieuwe stijl

Voor het eerst in zijn korte bestaan zijn de Parkfeesten niet uitgeregend. We zagen achteraf dan ook alleen maar glunderende gezichten bij de organisatie. En ook over de opkomst kan men best tevreden zijn: rijkswachtersgewijs telden wij zo’n 250 koppen. Toch zal men voor de volgende editie moeten beslissen welke koers men met de Parkfeesten wil gaan varen: die van een écht muziekfestival of die van ‘het grootste terras van Huirtuit’.
Muzikaal zat het gisteren bij de derde editie alvast snor. De covers van The Deaf Nun en Tush gingen er als zoete broodjes in, althans bij het muziekminnend gedeelte van het publiek. Wel jammer dat er z’n grote afstand was tussen het podium en datzelfde publiek. Pas bij het optreden van The Deaf Nun zetten enkele jongeren de eerste schuchtere stapjes richting podium. Toen het de beurt was aan slotact Tush stond het stukje gras vóór het podium aardig gevuld. En dat maakt optreden een pak aangenamer!
De optredens dan. Over InVoice kunnen we kort zijn: ik zat op dat moment nog in bad en kan er bijgevolg niets zinnings over neerschrijven. Iets na 20 uur was het dan de beurt aan The Deaf Nun. De groep van Kristof en Jasper Van Proeyen grasduint vooral in de playlist van StuBru en dat boezemt blijkbaar toch een beetje angst in. Hoe verklaar je anders het feit dat de presentator van dienst het achteraf nodig vond, om het publiek bijna te smeken toch maar te blijven, want “straks komen er bekendere nummers.” Deze veertigplusser kende nochtans elk nummer waarmee The Deaf Nun het grasplein achter de kerk bezwangerde en noteerde genietbare versies van onder andere: ‘Fire, Water, Burn’ (Bloodhound Gang),
‘Song 2’ (Blur), ‘Any Minute Now’ (Soulwax), ‘I Fought The Law’ (The Clash-versie van The Crickets-original), ‘Are You Gonna Be My Girl?’ (Jet), ‘I Like The Way’ (Bodyrockers), ‘Easy’ (Commodores op z’n Faith No More’s), ‘Everyday I Love You Less And Less’ (Kaiser Chiefs), ‘Killing In The Name’ (Rage Against The Machine) en het haast onvermijdelijke ‘Seven Nation Army’ (The White Stripes).
Tush, één van de muzikale alter-ego’s van Jo Witvrouwen, had het dan weer meer begrepen op de jaren zeventig, ook al waren hier de jaren tachtig en negentig nooit ver weg. ‘Does Your Mother Know’ (ABBA), ‘Non, Non, Rien N’a Changé’ (Les Poppys), ‘The Opera’ (Dizzy Man's Band) en ‘Lichtjes Van De Schelde’ (Bobbejaan Schoepen “mè ne vetharde rocksound d’eronder”) gingen hand in hand met ‘Creep’ (Radiohead), ‘Hard To Handle’ (Otis Redding ontmoet The Black Crowes), ‘Radar Love’ (Golden Earring), ‘Saturday Night’ (Herman Brood & His Wild Romance), ‘Hush’ (Billy Joe Royal), ‘Mercedes Benz’ (Janis Joplin), ‘Rocking All Over The World’ (John Fogerty), ‘Bro Hymn’ (Pennywise), ‘Iedereen Is Van De Wereld’ (The Scene) en ‘Smoke On The Water’ (Deep Purple).
In 1994 schreven wij in het eerste nummer van De Nieuwe Schakel, en dat naar aanleiding van een rockshop die toen werd georganiseerd in het jeugdhuis, het volgende: “Voor hen die het nog niet wisten: de Jo kàn zingen en straalt iets ongrijpbaars uit op een podium. Naar de reacties in de zaal te horen heeft hij zelfs al een fanclub.” We zijn nu twaalf jaar later: de Jo kan nog altijd zingen en zijn fanclub is gegroeid!

Geen opmerkingen: