dinsdag 3 februari 2009

Prehistorische jagers aan ’t Schipke

Volgens Wim Vervoort (40) liepen er zesduizend tot twaalfduizend jaar geleden in de omgeving van ‘t Schipke prehistorische jagers rond. De Herentalsenaar ontdekte er kort voor Kerstmis immers zogenaamde klingen, langwerpige stukjes vuursteen die door de nomadische jagers van klompen vuursteen of kwartsiet werden afgeslagen om er pijlpunten van te maken.
Het Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE) reageert alvast geïnteresseerd op de vondsten, die uit mesolithicum (middensteentijd) dateren. Omdat mesolitische sites in de zuiderkempen eerder schaars gezaaid liggen, hoop Vervoort nu dat het VIOE in Herenthout ook ónder de oppervlakte komt graven, want dat mag hij zelf niet.
Vervoort is al sinds zijn dertiende gepassioneerd met archeologie bezig. “Door mijn hobby heb ik het landschap leren lezen. Ik probeer me te verplaatsen in het hoofd van de jagers”, vertelt hij vandaag in Gazet van Antwerpen. Aan ’t Schipke vond hij drie kampeerplaatsen terug. “Het zijn cirkels waarbinnenhun tenten van dierenhuiden waarschijnlijk hebben gestaan. Ze werden gemarkeerd door klingen en afval van ­Wommersomkwartsiet. Van dat gesteente maakten mensen uit de middensteentijd meestal hun pijl- en speerpunten. Aan de stukjes verbrande vuursteen kan je zien dat ze er bij een kampvuur hebben gezeten.” Vervoort schat dat zijn vondsten ongeveer 9.000 jaar oud zijn.
Met deze opmerkelijke vondst is Vervoort niet aan zijn proefstuk toe. Eerder al had hij aan een Nete­meander bij Kruiskensberg pijlpunten van jagers uit het stenen tijdperk gevonden. En nu weet hij ook meteen waar ze die hadden gemaakt. “De nomaden uit de steentijd die door onze streken zwierven, zochten voor hun kampementen naar het zuiden afhellende heuvelruggetjes uit, altijd in de buurt van water”, aldus de Herentalse amateur-archeoloog.

Geen opmerkingen: