maandag 7 februari 2011

Kermis in de AB

Afgelopen weekend was het niet enkel kermis in de Premier League. Zie de wedstrijden Everton-Blackpool en Newcastle Utd.-Arsenal, waar het respectievelijk van 2-3 naar 5-3 én van 0-4 naar 4-4 ging! Ook de Brusselse AB werd omgetoverd tot een heuse kermissite. De Nieuwe Snaar (****) speelde er namelijk voor de laatste keer hun succesvolle programma ‘Foor 11’.

Als een verdwaalde ouwe zak kwam Jan De Smet even na 20 uur het podium op geslenterd, zingend van “Ik ben een ouwe zak!” Goed twee uur later zette hij samen met zijn kornuiten een orgelpunt achter meer dan 260 voorstellingen van ‘Foor 11’. En als er zaterdag na het finale ‘Klaar voor het Feest’ al één ding duidelijk was, dan wel dat De Nieuwe Snaar álles behalve een vehikel voor ouwe zakken is!
‘Foor 11’ was pure rock-’n-roll, bijwijlen zelfs punk. Je moest wel door de knappe Balkanritmes heen luisteren én kijken. De voorstelling stond dan ook bol van de dubbele bodems. De minikermis in het decor gold als metafoor voor de mallemolen — “Ik wil eraf!” — van het leven. De boodschap was dat we na de dagelijkse ‘Hellevaart in de Poliep’ allemaal afgepeigerd thuiskomen, om uiteindelijk helemaal alleen achter te blijven ...
Smoelentrekker Geert Vermeulen, die meer in de tot kermisattractie omgebouwde skilift hing, dan dat hij met z’n twee (blote) voeten op de grond stond, was de meester van de chaos. De ene keer was hij vuurspuwer, dan weer een over glas lopende fakir. Zelfs de rol van diva, in lange jurk en op hoge hakken, ging hem goed af.
De fratsen van Vermeulen stonden in schril contrast met de pakkende teksten van Jan De Smet. Op een verpletterende manier verwoordden ze de eenzaamheid van de hoofd­personages in de songs. Het weemoedige ‘De King’, een bewerking van Richard Thompsons ‘From Galway to Graceland’, over een wereldvreemde vrouwelijke Elvis-fan, was ongetwijfeld één van de hoogtepunten van de avond, samen met het mantra-achtige ‘Graven’: “Het is graven, graven, graven … Graven in de gruizelige grond.”
“Binnen elf maanden staan we hier weer met een nieuwe voorstelling”, beloofde Jan de Smet ons. Wij kijken er nu al naar uit.

Geen opmerkingen: