Het tweejaarlijkse muziekproject Living Roots (**) streek gisteren neer in CC De Mol in Lier. Zij die zich op voorhand hadden verkneuterd in een avondje (h)eerlijke rootsmuziek kwamen bedrogen uit. Jammer genoeg haalden de aangekondigde verrassende keuzes het van de klassiekers.
De setlist werd bepaald door songsmeden Jan De Smet, Guy Swinnen, Tom Theuns en Raf Walschaerts. Samen met orkestleider en initiatiefnemer Koen Garriau, bekend van de folkgroep Fluxus, gingen zij op zoek naar songs die hen beïnvloed hebben.
En dan rijst meteen een pertinente vraag: Wie heeft zich in godsnaam laten beïnvloeden door het opdondertje Paula Abdul? Het kan bijna niet anders dan de zanger van dienst (Diest in dit geval) geweest zijn, Guy Swinnen himself.
Guy Swinnen: de laatste jaren wordt hij te pas en te onpas om een mening gevraagd wanneer Neil Young of Bruce Springsteen een verse plaat uitbrengen. Mag ik u even meenemen naar het begin van de jaren 80? Met een paar maten waren we aanwezig op een fuif waar Marcel Vanthilt plaatjes draaide. Ook aanwezig destijds: de eminente Guy Swinnen. Iemand uit ons gezelschap mocht van Marcel een paar plaatjes opzij leggen die hij graag gedraaid zag, waaronder Dylan, Springsteen en Young. “Ge gaat diejen brol toch nie draaien”, liet Swinnen zich ontvallen. In 1984 snapte de voormalige zanger van The Scabs dan weer niet dat het album ‘Born in the USA’ nét een aanklacht was tegen het Amerika waarin Springsteen leefde.
Diezelfde Swinnen wordt nu telkens als kenner binnengehaald. Hij treedt zelfs geregeld op met Neil Young-liedjes. En nu is hij ingelijfd bij Living Roots. Er is een woord voor: schijnheiligheid. Maar Swinnen was gisterenavond niet alleen. Er zaten nog Seppes in de zaal die niet zo gek lang geleden kakten op de “ouwe-zakken-muziek” van Dylan, Springsteen en Young. Zielig.
Enfin, we wijken af. Uiteindelijk was Guy Swinnen, samen met Tom Theuns, wél de enige die een deftig woord Engels kon zingen. En daar wrong het schoentje. Het Engels van Raf Walschaerts en – in mindere mate – Jan De Smet was bij momenten schabouwelijk.
Was het dan allemaal kommer en kwel? Gelukkig niet. Swinnen opende sterk met Bob Dylans ‘Things Have Changed’. Tja: als het goed is, schrijven we het ook. Tom Theuns deed er met een ander Dylan-nummer, ‘The Ballad of Hollis Brown’ meteen een schep bovenop. Het verhaal over een boer in South Dakota, die vrouw en kinderen doodt en daarna zelfmoord pleegt om te ontsnappen aan de extreme armoede waarin zij leven, werd extra kracht bijgezet door een knappe belichting.
Diezelfde Tom Theuns profileerde zich als de nar van dienst. Tijdens het door Raf Walschaerts’ verkrachtte ‘Mr. Bojangles’ danste hij zich bijna in de knoop. Even later kwam hij uit de kast als ABBA-fan. Hij wou ‘The Name of the Game’ absoluut in de setlist. Tijdens de repetitie haakte iedereen echter één voor één af, tot hij nog alleen overbleef met Guy Swinnen. Maar ook hij hield het voor bekeken: “Tom, ik denk dat het nummer nóg sterker wordt als ge het alleen brengt.”
Elvis Costello’s ‘Stranger in the House’ werd door Marc Didden gepast vertaald naar ‘Vreemdeling in Huis’. Neil Diamonds ‘Solitary Man’ deed af en toe denken aan ‘Private Investigations’ van Dire Straits.
Het tweede deel van de set werd afgetrapt door de folkies in de begeleidingsgroep. Na drie flessen wijn was men - dixit Tom Theuns - tijdens een voorbereidende vergadering tot de conclusie gekomen dat ze ook folk moesten brengen. ‘Ma Préférence’ van Julien Clerc kreeg daardoor een geitenwollensokken-versie aangemeten, waarna er nóg twee nummers volgden om snel te vergeten: het door Jan De Smet gezongen ‘Salade des Fruits’ van de Franse komiek Bourvil en het reggaeton-niemendalletje ‘My Commanding Wife’ van de Panamese Los Rabanes door Swinnen.
Het was opnieuw Tom Theuns die de set naar een hoger niveau tilde, met een bloedstollende versie van Nick Caves ‘The Mercy Seat.’ En ook Jan De Smet deed zijn duit in het zakje met ‘Dublin Bay’ van Wannes Van de Velde. Geëindigd werd er met de heerlijke countryrocker ‘Dance, Dance, Dance’ uit het titelloze debuut van Crazy Horse.
Tijdens de bisnummers trok het negenkoppige gezelschap alle registers open met doorleefde versies van de traditionals ‘Orphan Girl’ – hier overtuigde Walschaerts dan weer wel - en ‘Will the Circle Be Unbroken’. Graag hadden we gisteren meer van dit gehad …
Setlist >>> 1. Things Have Changed // 2. The Ballad of Hollis Brown // 3. Mr. Bojangles // 4. Vreemdeling in Huis // 5. The Name of the Game // 6. Gigantic // 7. California Sun // 8. Perfectly Good Guitar // 9. A Certain Girl // 10. Solitary Man // 11. The Night They Drove Old Dixie Down /// 12. Ma Préférence // 13. Salade des Fruits // 14. My Commanding Wife // 15. The Mercy Seat // 16. Big Love // 17. Dublin Bay // 18. Straight Up! // 19. Si Tu Dois Partir // 20. Shakin’ All Over // 21. Dance, Dance, Dance /// 22. Orphan Girl // 23. Will the Circle Be Unbroken?
1 opmerking:
Wat de schijnheiligheid van Swinnen betreft: als twintiger luisterde ik ook nog niet naar Dylan en Young, mensen kunnen veranderen. Je hoort die verandering trouwens doorheen het werk van The Scabs: begin jaren 80 - de periode waarover hier gesproken wordt - waren die vooral beïnvloed door bands als The Clash en Gang of Four. Vanaf mini-LP 'Rockery' (de titel geeft het trouwens weg) zijn er duidelijk referenties van Stones, Dylan en Young merkbaar.
Het zou trouwens erg zijn moest de Swinnen anno 2011 (51 jaar) nog dezelfde zijn als de Swinnen anno 1981 (21 jaar)...
Een reactie posten