maandag 4 april 2011

Flesjes, potten en pannen

Herenthout heeft het voorbije weekend met de berging van de laatste wrakstukken van een Britse Lancaster ME737, die in de nacht van 11 op 12 mei 1944 is neergestort langs de Itegemse Steenweg, een stukje van zijn oorlogsverleden opgegraven. Uiteindelijk hebben de archeologen maar weinig van de bommenwerper kunnen recupereren. Slechts enkele stukken metaal zijn overgebleven, hoewel men nog signalen opving van dieper in de grond. Toch zijn de vondsten nuttig om het verhaal van de bommenwerper te vervolledigen.

Infopanelen ter hoogte van het terrein moesten de talrijk opgekomen nieuwsgierigen meer duiding geven. De oudere generatie Huirtuiteneiren had die borden echter niet nodig en herinnerde zich nog perfect hoe de piloot met zijn zwaar getroffen vliegtuig nog twee keer boven de dorpskern cirkelde en dan een ‘veilige plek’ uitkoos om neer te storten. Eén van de aanwezigen was Leo Janssens. Toen hij in 1944 de Lancaster zag neerstorten, was hij een jonge knaap van 10 jaar.
Leo kan zich het stuk Herenthoutse oorlogsgeschiedenis nog duidelijk voor de ogen halen. “De Lancaster kwam onder zwaar afweergeschut te liggen. Zowel van op de grond als door de Duitse nachtjager werd hij zwaar getroffen. Het vliegtuig vloog dan nog een paar keer rond het centrum van het dorp om dan boven het terrein neer te storten. Vermoedelijk is het nog boven de grond ontploft omdat we tot ver weg restanten van het vliegtuig vonden.”
De volgende dag ging de kleine Leo samen met zijn moeder naar het vliegtuig kijken. “De Duitsers waren toen van alles aan het begraven. Even verder vonden we nog een stuk ribbenkast en een pilotenlaars. We hebben de stukken onder een boom in de dreef begraven. Twee jaar geleden hebben schoolkinderen er een plechtigheid gehouden.” Volgens Leo Janssens verdient piloot W.A. Watt trouwens een monument, “want in plaats van in het centrum neer te storten, slaagde hij erin dit net buiten dat centrum te doen!”
Speciale gast bij de opgravingen was Laurence Featherstone. Eén van de bemanningsleden van de Lancaster was zijn grootoom Peter R. Rowthorn. Voor hem en zijn familie gaven de opgravingen meer informatie over de heldendaad van de broer van zijn grootmoeder. Featherstone was dan ook blij dat hij van Benny Ceulaers van de organisatie Planehunters de kans kreeg om actief deel te nemen aan de opgravingen.
De man had ook bloemen bij om neer te leggen op de vindplaats van het vliegtuig. Onnodig te zeggen dat zaterdag een emotionele dag voor hem was. Featherstone bleek trouwens bijzonder goed op de hoogte te zijn van het stukje Herenthoutse oorlogsgeschiedenis. Elk opgegraven wrakstuk bracht die geschiedenis opnieuw tot leven.
Voor de opgraafwerken werkten verschillende archeologische organisaties samen. Ondanks de karige vondst was projectleidster Natasja Reyns van All-Archeo achteraf heel opgetogen over de opgraafwerken. Samen met Benny Ceulaers keurde ze zaterdagmiddag enkele opgegraven stukken, zoals delen van een parachute, onderdelen van de neus van het vliegtuig en van de motor, een elleboogvormig stuk metaal van de uitlaat, een schokdemper die deel heeft uitgemaakt van het landingsgestel en stukken rubber met een ventiel van één van de wielen.
Natasja Reyns: “We kregen belangrijke informatie van het Planehunters Recovery Team, er waren de getuigenissen en gegevens uit de archieven. Wanneer je naar de bomenrij even verderop kijkt, zie je goed uit welke richting het vliegtuig is gekomen. Wellicht heeft de Lancaster zich met de neus de grond in geboord.”
Naast enkele stukken van het vliegtuig werden er ook heel wat bierflesjes en potten en pannen gevonden. De flesjes verwijzen naar de biergeschiedenis van Huirtuit, met brouwers zoals A. Cambré en L. Verhaegen. Er werden ook flesjes gevonden van brouwerij Van Mechelen uit Pulderbos. “Het is duidelijk dat er na crash en de opruiming door de Duitsers een vrij grote krater is achtergebleven. Blijkbaar hebben de omwonenden die krater voor een stuk opgevuld met afval”, besluit Natasja Reyns.
Mil Reniers, die als achtjarige een ooggetuige was, bevestigt in Gazet Van Antwerpen de stelling van Reyns. “De Duitsers gaven vrijwel meteen de opdracht het vliegtuig te bergen. Veertien paardenkarren brachten het toestel naar de meisjesschool. Daar lag het op de speelplaats van de meisjesschool”, herinnert hij zich. “We hoorden een gezoem en vluchtten met de familie direct naar de abri, een schuilplaats. Het vliegtuig stond in de lucht al in brand en stortte neer als een geweldige vuurbol. Een van de bemanningsleden kon vluchten naar het kasteel. De man die daar woonde, was hoofd van de Witte Brigade. Hij smokkelde de Brit naar Antwerpen onder een wagen vol hout.”
De bommen die er mogelijk nog liggen, werden dan weer niet boven gehaald. Maar dat was volgens Reyns ook niet de bedoeling. “Volgens de gemaakte berekeningen zouden ze kunnen liggen op een diepte van vier meter. Uit veiligheidsoverwegingen hebben we niet dieper gegraven dan tweeëneenhalve meter.” De Lancaster had zeventien bommen aan boord. Naar verluidt zou de grootste ruim vierduizend pond hebben gewogen.
Ondertussen is het terrein al weer geëffend. Straks wordt de weide een bufferbekken. “Het enige wat nu nog ontbreekt, is een klein monument, te plaatsen in de buurt van de crashsite. Daar willen we voor ijveren. Tenslotte zijn daar toch vijf mensen gestorven die hun leven gaven voor onze vrijheid”, aldus Benny Ceulaers in Het Nieuwsblad.
De gevonden vliegtuigonderdelen worden nu verder onderzocht en gereinigd. Mogelijk verhuizen ze daarna naar East-Kirby in Engeland, de plaats waar de bommenwerper voor zijn laatste vlucht is opgestegen. Maar als men daar niet geïnteresseerd is, worden de onderdelen mogelijk in de Kempen bewaard en eventueel tentoongesteld.
De opgravingen maakten bij sommige omstanders trouwens heel wat emoties los. “Ik herinner me hoe dorpsgenoten spottend tegen een afgerukt been van een bemanningslid stampten. De laars hing er nog aan. Andere Herenthoutenaren stonden vrolijk te dansen op de kisten van de slachtoffers. Er waren hier heel wat collaborateurs. Anderen vonden de parachutes van de ontsnapte Britten en maakten van het zijde blouses en rokken”, vertelt een senior die liever anoniem blijft in Gazet Van Antwerpen.
Eventjes raakten de gemoederen verhit. Toen de proefsleuven werden gegraven, slingerde een man de opgravers de woorden “’t Is wèr veu den Engelsman, zeker?” naar het hoofd. Zelfs 67 jaar na datum blijft WO II nog steeds een gevoelig onderwerp in Huirtuit ... (Bronnen: GvA, Het Nieuwsblad, Nnieuws.be en RTV)




Foto’s: Bart Van Laer

Geen opmerkingen: