In het kader van de herdenking van De Groote Oorlog organiseerde de Cultuurraad afgelopen zondag een busreis naar Ieper. Naast een bezoek aan het In Flanders Fields Museum, stond ook een gegidste themaroute langs de Ieperboog op het programma, waarbij enkele interessantste locaties bezocht. Aan de Menenpoort werd de 30.486e Last Post bijgewoond.
De Ieperse eerste schepen en provincieraadslid Jef Verschoore ontving de Herenthoutse groep in het museumcafé van het In Flanders Fields Museum. Verschoore feliciteerde gemeenteraadslid Eddy Horemans, voorzitter Eddy Verschueren van de Cultuurraad en loketmedewerkster Maria Verstrepen met het prachtig uitgewerkte herdenkingsprogramma van Herenthout. “Dit ben ik nog nooit tegengekomen”, klonk het oprecht.
Verschoren heeft recht van spreken, want in Ieper is hij o.a. bevoegd voor de herdenking van 100 jaar WO I en 14-18 tout court. Vorig jaar kreeg hij - samen met de Ieperse burgemeester Jan Durnez en de voorzitter van de Last Post Association Benoit Mottrie - zelfs nog de ‘Freedom of the City of London’ toegekend, een belangrijke waardering vanwege de City of London voor de vele inspanningen van de stad Ieper ter herdenking van de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog.
Verschoore zag zelfs gelijkenissen met hoe de herdenking in Ieper wordt aangepakt. “Als ik jullie brochure bekijk, heeft ook Herenthout verschillende spelers aangehaald om de herdenking van de Groote Oorlog een zo breed mogelijk draagvlak te geven. Met concerten, tentoonstelling, poëzie en voorstellingen.” Verschoore loofde ook de boodschap die het Herenthoutse programma uitstraalt, een boodschap van vrede, hoop en verdraagzaamheid, zónder evenwel het trieste verleden te vergeten.
NAMENLIJST
Het In Flanders Fields Museum maakte op iedereen een diepe indruk. Niet in het minst “De Namenlijst”, die een centrale plaats in het museum heeft gekregen. Eén voor één worden de namen van de slachtoffers op een muur geprojecteerd. Namen van mensen van vijftig verschillende nationaliteiten, uit vijf verschillende continenten. Een fractie van die namen kwamen we later op de middag tegen op het Deutscher Soldatenfriedhof Langemark-Poelkapelle en op de Britse militaire begraafplaats Tyne Cot Cemetery in Passendale.
Het Deutscher Soldatenfriedhof is bijzonder aangrijpend door de kracht van de eenvoud. Achter de monumentale poort van roze Weserberg-zandsteen liggen ruim 44.000 Duitsers begraven, van wie bijna 25.000 in een massagraf. Meer dan 3.000 studenten-vrijwilligers van het 22e t.e.m. 27e Reservekorps vonden hier hun laatste rustplaats. Ze sneuvelden in oktober en november 1914 tijdens herhaalde aanvallen in de Eerste Slag bij Ieper. Door het grote aantal studenten onder deze vrijwilligers, kreeg de begraafplaats de naam Studentenfriedhof. Volgens onze gids Elsje wordt dat aantal vrijwilligers trouwens schromelijk overdreven.
De naam Passendale is gegrift in het collectieve geheugen van Groot-Brittannië en het Gemenebest. Tijdens de Derde Slag bij Ieper of de Slag om Passendale (1917) werd samen met het tot puin geschoten dorp Passendale een totaal verwoest terrein veroverd. De Britten noemden het ‘Passiondale’ of dal van het lijden. De menselijke prijs was enorm en dit wordt onuitwisbaar bewezen op Tyne Cot Cemetery, de grootste Britse militaire begraafplaats op het vasteland. Oorspronkelijk was Tyne Cot een versterkte positie van de Duitse Flandern I-stelling, waar Australische troepen in oktober 1917 een eerste hulppost inrichtten. Er ontstond al snel een kleine begraafplaats met 340 bijzettingen van gewonden die ter plaatse bezweken. Tussen 1919 en 1921 brachten gespecialiseerde ‘Exhumation Companies’ hier vanuit de omliggende velden de gesneuvelden samen. Slechts 3.800 zijn bij naam bekend ... Maar anders dan de Duitse begraafplaats straalt Tyne Cot - hoe paradoxaal ook - vooral een boodschap van hoop uit ...
Een van de meest opmerkelijke gedenkstenen op het immense kerkhof is ongetwijfeld deze van tweede luitenant Arthur Conway Young, die stierf op 16 augustus 1917. “Sacrificed to the fallacy that war can end war”, liet de familie op zijn laatste rustplaats optekenen ...
HILL 60
Laatste stop op de Ieperboog was Hill 60, een helling die rond 1850 kunstmatig verhoogd werd met gronden die uitgegraven waren om de diepe sleuf voor de spoorlijn Ieper-Kortrijk aan te leggen. Daardoor reikte de hoogte ongeveer 60 meter boven zeeniveau. Op 7 juni 1917 is de heuvel het decor voor een memorabel moment in de zogenaamde de mijnenoorlog. Omdat het bovengronds niet lukt, gooiden beide legers het over een andere boeg. Britse (Tunnelers of Sappers) en Duitse (Mineure) mijnwerkers groeven een netwerk van gangen en tunnels naar en onder elkaars posities. Om 4.10 uur in de ochtend (Zero Hour) brengen de Britten tussen Hill 60 (Zillebeke) en The Birdcage (ten zuidwesten van Waasten) 19 dieptemijnen tegelijk tot ontploffing.
De gigantische explosies vernielen de vijandige stellingen en slaan enorme kraters in het landschap. Een bunker wordt zelfs ondersteboven gekeerd. De ontploffingen zouden tot in Londen te horen zijn geweest. Achiel Van Walleghem, onderpastoor van Dikkebus, getuigt: “’t Was juist 4 ure en 't eerste daglicht begon te schemeren toen ik almeteens het reusachtigste en tevens het ijselijk prachtigste vuurwerk zag dat ooit in Vlaanderen ontstoken wierd, een ware volkaan, ’t was of gansch het zuidoosten vuur spuwde... Het duurde nog eenige seconden eer wij de schokken gevoelden. Dit was een ware aardbeving die ruime eene minuut duurde... Och, ware 't geen menschenslachterij men zou het prachtig noemen.”
LAST POST
Om klokslag 20 uur werd aan de Menenpoort door de klaroeners van de Last Post Association een ontroerend eerbetoon geblazen ter nagedachtenis van alle soldaten die zoveel jaren terug vochten en sneuvelden. Na een voordracht uit ‘For the fallen’ van Robert Laurence Binyon en een treurlied op viool, werd schepen van cultuur Patrick Heremans, geflankeerd door Eddy Verschueren en Maria Verstrepen, uitgenodigd om een bloemenkrans neerleggen aan het monument.
Vandaag organiseert de Herenthoutse Cultuurraad een fakkeltocht. De wandeling vertrekt om 18.45 uur aan de feestzaal en houdt halt aan het oorlogsmonument in de Gelderstraat. De Last Post wordt gespeeld, Muziekacademie Herenthout zorgt voor een streepje muziek en radiopresentator Jan Van Delm brengt enkele woorden naar voor. Er wordt rond 20.15 uur afgesloten aan de feestzaal met een (warm) drankje. ’s Morgens (10.30 uur) is er een viering in de tijdelijke kerk (Molenstraat 48), waar burgemeester Roger Gabriëls een woordje zal richten tot de aanwezigen. De viering wordt opgeluisterd door het Sint-Ceciliakoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten