Vorig jaar, op een zaterdagnamiddag in mei, kreeg Gust Spruyt een reporter van cultuurkrant Suiker over de vloer. Gust praatte honderduit over zijn gloriejaren als concertpromotor. Eén en ander resulteerde in de gesmaakte reeks ‘De Lux - Stoofvlees, Spruyt en rock ’n roll’, die deze maand zijn beslag kreeg...
“Als je Herenthout zegt, zeggen veel mensen van mijn generatie automatisch Zaal Lux”, zegt Gust in de slotaflevering. De sympathieke concertpromotor heeft er in totaal zo’n 200 shows gedaan. Het laatste optreden dat hij organiseerde, was er eentje van Belgian Asociality, in 1992. “Daar kwam maar 200 man op af. De Lux was voordien al stilaan aan het doodbloeden. We kregen nauwelijks nog optredens aangeboden. De meeste buitenlandse groepen die België aandeden, beperkten zich tot twee of drie optredens en kozen voor de grote steden als Brussel en Antwerpen. De Lux viel vaak uit de boot.”
Toch heeft Zaal Lux zeker zijn betekenis gehad. “Hoewel het allemaal puur toeval is geweest. Had ik Herman Schueremans die avond met Kevin Coyne in Mechelen niet aangesproken, dan was hij met iemand anders in zee gegaan.”
Uiteindelijk groeide Zaal Lux uit tot een heus symbool. Humo bestempelde de Lux zelfs ooit als het ‘Mekka van het Vlaamse clubcircuit’. “Zeker voor Belgische groepen was het een belangrijk podium”, weet Gust. “Zo is T.C. Matic ooit bij ons in de Lux begonnen. We vierden een jaar Maf Bross (op 16 april 1980, nvdr) en voor het feestprogramma hadden we De Kreuners gevraagd, samen met een aantal gastmuzikanten die met hen zouden meespelen. Dat waren onder meer Arno en Jean-Marie Aerts. Na de show van De Kreuners zijn Arno en Jean-Marie Aerts spontaan beginnen jammen en dat klikte zo goed dat daaruit later T.C. Matic is ontstaan.”
Arno was trouwens een vaste klant in Zaal Lux. Gust herinnert zich nog een heel ruig optreden met Tjens Couter. “Zeshonderd man ging volledig uit de bol. Iedereen is daar toen door de houten vloer gezakt die voor het podium lag.”
Arno was in zijn beginperiode ook kind aan huis bij Gust. “Na een optreden in de Lux bleef hij altijd bij mij thuis slapen en at hij ’s morgens dan een boterham mee.” Soms kom ik hem nog tegen: hij is nog altijd heel joviaal.
Het enige wat Gust vandaag nog doet, is de ‘backline’ verzorgen op Rock Werchter en Pukkelpop. “Onze taak is het af- en aanbrengen van de instrumenten op de podia. Op Pukkelpop heb ik een ploeg van dertig man rond mij die alle acht podiums doen. Ik blijf dat doen voor Vanessa, mijn oudste dochter. Zij wil het allemaal graag vanop de eerst rij meemaken.”
Zelf kan Gust het nauwelijks nog opbrengen om naar de concerten te gaan zien. “Meestal zit ik op mijn gemak achter het podium, drink een tas koffie en lees de krant. De namen van Werchter en Pukkelpop zeggen me ook niets meer.”
Wie hij nog wel gezien heeft, zijn The Black Crowes, The Who en Neil Young. En vorig jaar ook nog Dinosaur jr. “Echt prachtig: harde muziek zoals de The Stooges.”
Thuis naar muziek luisteren, doet Gust niet meer. “Ik woon op de buiten en heb hier mijn eigen muziek. Ik ben ’s morgens om half vijf wakker, de deuren en ramen staan open en dan hoor ik de vogels zingen. Ondanks het lawaai waarin ik constant heb gestaan, hoor ik nog vrij goed. Weet je waarom? Ik stak altijd mijn vinger in mijn oren als ik voorbij de PA kwam; daar werd vaak om gelachen.”
Lees hier het volledige artikel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten