Open Monumentendag was ook dit jaar een succes. Aan de 25ste editie namen 195 steden en gemeenten verspreid over heel Vlaanderen deel. 620 monumenten, archeologische sites en landschappen zetten de deuren open voor het grote publiek. Bezoekers konden ook kiezen uit 400 activiteiten uit het programma. Ongeveer 470 000 mensen namen deel en dat zijn er ongeveer 10.000 meer dan vorig jaar. Cultuurraad Herenthout organiseerde voor het derde jaar op rij een busuitstap. 33 geïnteresseerden namen deel.
In de voormiddag hield de bus halt in Aalst voor een bezoek aan het voormalige karmelietessenklooster, dat voor de eerste maal opengesteld. Het klooster viel naar verluidt een beetje tegen, maar een en ander werd dan weer goedgemaakt door de deskundige uitleg van de gidsen. Vervolgens trok men naar de woning van Pieter De Bruyne. Het pand van de wereldvermaarde Aalsterse meubelontwerper en interieurarchitect was ongetwijfeld een van de toppers van deze editie. Bezoekers merkten op hoe vooruitstrevend De Bruyne wel niet was.
Van Aalst ging het naar Dendermonde. Eerste stopplaats in de thuishaven van het Ros Beiaard was het begijnhof, het daarin ondergebrachte Museum voor Volkskunde en het historisch documentatiecentrum dat in het 18de eeuwse voormalige ‘krankenhuis’ van het begijnhof werd geïnstalleerd. De dag werd afgesloten met een bezoek aan het Vleeshuismuseum. Het gebouw uit 1460, destijds een vleeshal met rederijkerskamer, herbergt momenteel een museum dat de stadsgeschiedenis schetst van de prehistorie tot ca. 1800.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten