donderdag 3 oktober 2013

Bart Cannaerts @ Sint-Gummaruskerk

Op uitnodiging van de Parkfeesten kwam Bart Cannaerts (****) vorige week vrijdag zijn nieuwe voorstelling ‘Wanneer gaan we nog eens bowlen?’ uitproberen in de Sint-Gummaruskerk. Zo’n 125 liefhebbers vonden de weg naar het pittoreske kerkje en lachten zich een kriek.

Cannaerts gebruikt het bowlen als metafoor voor de zinloosheid van het bestaan en hoe daar welgemutst mee om te gaan. Hij gaat ervan uit dat niemand bowlen écht leuk vindt. Maar heel af en toe sta je toch op zo’n baan met zo’n gekke bal aan je vingers. Je bestelt je drinken via een microotje en probeert die schoenen heel normaal te vinden. Je balt je vuist als je alles omgooit en op het scherm begint er een kegel te dansen. Bowlen is als het leven. Het is een belachelijk tijdverdrijf, maar af en toe een ‘strikke’ gooien houdt ons recht.
Anders dan Seppe Toremans brengt Bart Cannaerts heel milde humor. Hij heeft het bijvoorbeeld niet nodig om iemand in het publiek te viseren. Hij begint er dan ook aan als een schuchter jongetje van tien, dat voor de klas een spreekbeurt houdt over ‘bowlingen’. Van de spreekbeurt - die visueel wordt ondersteund met een boek over snooker (“Het is nog maar een try-out. Ik moet nog een boek kopen over bowlen ...” en een bowlingbal - gaat het over schoenmaten (“Dat zijn geen schoenmaten, maar schoengokken!”) naar trouwfeesten en de knellende schoenen waarmee vrouwen er zich op de dansvloer begeven. Het is telkens aftellen tot op het moment waarop één vrouw al haar lotgenoten bevrijdt door haar schoenen uit te sjotten.
De eeuwige discussie “Hoeveel leggen we samen?” is ook Cannaerts niet vreemd. Eens het bedrag vastgesteld, dient zich een ander probleem aan: “Hoe geven we het af?” Het geld gewoon in een enveloppe steken, is te banaal. Het moet origineel zijn. “We steken het in een ballon! Da’s keiplezant.” Minder plezant is dan weer dat Cannaerts telkens de ballon van zijn gezelschap bij den hoop mag leggen. Neen, dan liever een emmer vol beton ...
Van trouwen naar romantiek is een kleine stap. Cannaerts vindt romantiek maar iets stom: gezellig samen onder een fleece’ke naar een film met Ryan Gosling kijken, het is niet direct zijn idee van een perfecte avond. “Die is niet alleen knap, maar ook nog eens keigrappig!”, weet zijn vriendin op de koop toe. Het voelt aan als een dolk in zijn hart ...
Andere diersoorten doen trouwens niet aan romantiek. Ze troepen ook niet samen om te komen kijken naar iemand die vooraan grappig staat te doen. Al heeft het volgens Cannaerts ook zijn voordelen: vrouwen liggen namelijk bij bosjes aan zijn voeten en checken hem altijd uit. “Amaai, dieje Cannaerts moet wel superzaad hebben!”
Niet alleen de romantiek wordt in vraag gesteld, ook het kerstverhaal. “Hoe kan het dat je zolang doet over de afstand Nazareth - Bethlehem?! Da’s amper 13 km!” Uiteindelijk bekent Cannaerts dat de afstand 130 km was. “Maar wat gaat ge daar aan doen? Gaat ge uwe lach terugpakken, ofwa?”
Terwijl hij met een handdoek op de schoot een appeltje — den Delhaize was al dicht, dus was een van de organisatoren bij hem thuis er eentje gaan halen — begint te schillen, vertelt Cannaerts over zijn moeder en haar kookkunsten. Het was niet zozeer lekker, het was vooral heel veel. De patatjes gingen achteraf in de frigo om ze te bakken. Ze maakte er werk van om uiteindelijk ook te veel gebakken patatjes over te hebben. Ook herkenbaar zijn de onbegrijpelijke sms’jes die moederlief stuurt. Of de zinsnede “Ik wil mij niet moeien, hè. Maar ...”
Afsluiten doet Bart Cannaerts met een liedje gericht aan Ryan Gosling. “We smeren ’m vol met kak en pis om te zien hoe knap ’m dan nog is.” Topvoorstelling!

Gezien >>> Bart Cannaerts, in de Sint-Gummaruskerk in Herenthout, op vrijdag 27 september 2013

Geen opmerkingen: