“Het is gisteren. Ik ben van het bestaande stadje D. onderweg naar huis. Het is minuten voor twee, de snelweg blinkt in een doorzichtige nazomerdag. Rijden is een andere dan de lopende tijd.
De lopende tijd van de radio kondigt aan wat ik nu wil horen: de klaagzang van Dido. Uit Dido en Aeneas van Purcell, van het verre 1689. Een andere tijd begint in de middag van de autoradio. Het verdriet van Dido in de mooiste klaagzang ooit is van alle tijd. Om 13.53 uur op de digitale klok van gisteren kwam op de snelweg in een nazomer een lamento recht uit de eeuwigheid.
Wij reden, de stem en ik, toen het vlek Herenthout voorbij. Waar had de radio die eeuwigheid in de ether gevonden? Ik keek omhoog. Boven Herenthout cirkelde om 13.55 uur een vlucht vogels boven een weiland. Zij vlogen aan nog weer een andere tijd. Zoveel tijden in de auto.
Maar ik heb eigenlijk geen tijd. Terwijl Dido onsterfelijk doodgaat, loopt de klok naar 14.00 uur. Ik moet weten wat er is gebeurd in de wereld, voor morgen in de wereldse krant. Dan moet ik wel naar een andere zender, waar de lopende tijd om het uur spreekt. Maar ik heb geen tijd. Ik ben op de snelweg van een andere, hij vliegt in de spiegel en sterft uit de radio.
Iets heeft hem uit de regerende lucht gehaald, waar nu op de andere zender, terwijl Dido hier verder haar dood voorbereidt, Karel De Gucht optimistisch is over de regeringsformatie. Waar, terwijl een sopraan mij verscheurt, onze bedrijven openstaan voor het heersende publiek. Waar Miki Räikkönen, midden in een doodstrijd van een eeuwigheid, de Grote Prijs van China heeft gewonnen.
Zo is het dus gisteren, minuten na twee. Uiteindelijk raakte ook die andere tijd weer uitgezongen. Zo gaat het altijd. Men rijdt, iemand zingt, vogels vluchten hoog, een racer wint en even denken we allemaal gelijk: we hebben alle tijd.
Maar wel geen stukje.”Bernard Dewulf, De Morgen, 8 oktober 2007
maandag 8 oktober 2007
Kauwen
Gisterenmiddag ook die bende kauwen boven ons dorp gezien? Bernard Dewulf, journalist bij De Morgen, was het alvast ook opgevallen. Getuige daarvan zijn stukje op de eerste pagina in de krant van vandaag.
Categorie:
literatuur en poëzie
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten