“Wie op het platteland woont, moet aanvaarden dat het er soms stinkt.” Met die wijze woorden liet een Duitse rechter enkele boze buren een poepje ruiken. De klagers vreesden extra geurhinder na de uitbreiding van een kippenstal in hun buurt. Ze spanden een proces in tegen de kippenboer, maar de rechter stonk er niet in. “De geur van stallen is typisch voor het platteland. Het mag er stinken”, opperde de rechtbank in Noordrijn-Westfalen.
Nand Dillen staat helemaal achter de uitspraak. De gepensioneerde gemeentearbeider en zijn echtgenote wonen al dertig jaar op Oosterhoven, op de pure onversneden boerenbuiten. “Pal tussen de stallen”, situeert Nand. Oosterhoven is agrarisch gebied met talrijke grote landbouwbedrijven.
“Aan de ene kant zijn mijn buren koeien en aan de andere kant varkens. Of die stinken? Hoegenaamd niet, wat een belediging voor die beesten. Hun stront stinkt, maar dat is bij een mens ook het geval. De buiten ruikt zelfs zalig. Kom maar eens langs wanneer ze het hooi binnenhalen, een geur vol natuurkracht.”
De meer dan 100 koeien van overboer Jef Van Mol maken samen heel wat mest. Boer Jef verzamelt het allemaal in een tank waarin 1 miljoen liter past. Beer sproeien mag niet meer. “Achter onze ton hangt een bouwlandinjecteur die de stront rechtstreeks in de grond verdeeld. Vroeger moest je dagen in de weer zijn met mest, tegenwoordig kan je de klus in enkele uren klaren”, aldus rock-’n-rolboer Jef.
Even verder woont varkensboer Herman ’t Seyen. Beelden van zwarte varkens die vol met stront hangen, zijn volgens hem compleet achterhaald. “Als mijn varkens niet proper zijn, neemt het slachthuis ze niet aan. Zo simpel is het!”
Nand Dillen (midden), samen met boeren Jef Van Mol en Herman ’t Seyen, bij enkele propere koeien. (Foto: Mia Uydens)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten