dinsdag 22 januari 2019

Lucien ‘Luc’ Van Tolhuyzen overleden

Het nieuws is een beetje naar de achtergrond geduwd door de jaarlijkse hoogmis van Cultuurraad en Jeugdraad afgelopen zaterdag, maar in het AZ Herentals is op 17 januari auteur en gewezen winnaar van de Cultuurprijs Luc Van Tolhuyzen overleden. Luc werd net geen 70 jaar.

Willy Van Tolhuyzen omschrijft zijn broer Luc als een man met vele talenten. “Hij was niet alleen schrijver van meerdere jeugdboeken, maar ook een getalenteerd kunstschilder. Deze hobby moest hij noodgedwongen stopzetten omwille van zijn ziekte.”

CULTUURPRIJS 1995
In 1996 werd Luc Van Tolhuyzen gehuldigd als laureaat van de Cultuurprijs ’95 voor zijn boek ‘Twee doden en twee lijken’. Wijlen Walter Goovaerts, toenmalige voorzitter van de culturele raad, en Jos Dercon, toenmalig schepen van cultuur, waren daarmee duidelijk in hun nopjes. “Voor het eerst in vijftien jaar komt het geschreven woord aan bod, en dat stelt mij bijzonder tevreden”, stelde de voorzitter. “Luc is bovendien iemand die literatuur voor de jeugd schrijft. Dat lijkt makkelijk, maar dat is het zeker niet.” De voorzitter verheugde zich ook over het grote aantal kandidaturen (9!) dat werd ingediend. “Meteen het bewijs dat er na al die jaren nog geen sleet zit op de onderscheiding en op de formule.”
Schepen Dercon pakte uit met een opvallend lange speech en waande zich daarbij soms weer heel even in het klaslokaal. Hij stak daarbij zijn bewondering voor de twee jeugdboeken van de laureaat - ‘Vroeger is nooit lang geleden’ en ‘Twee doden en twee lijken’ - niet onder stoelen of banken. “Het zijn twee knappe boeken met een rijke, spontane taal, originele woordspelingen en humoristische invallen. Ze zijn educatief, bieden een schat aan discussiestof en zetten zich af tegen racisme, discriminatie, milieuverloedering en als ik me niet vergis ook tegen bepaalde moderne muziekvormen. Het tweede boek toont ook al een duidelijke evolutie bij de schrijver zelf. Ik zou zeggen: haal deze boeken in huis voor de kinderen of de kleinkinderen en doe ook eens de moeite om ze zelf te lezen.”
Wijlen burgemeester Tuur Baeten wees ook op de andere talenten van Luc: “We hebben hier in het gemeentehuis een schitterend schilderij met een prachtige symboliek van hem hangen. Ik heb me zelfs laten vertellen dat Luc het graag terug zou willen.”
Luc Van Tolhuyzen had zijn (bijzonder kort) dankwoordje op een papiertje genoteerd. “Een schrijver schrijft omdat hij van zichzelf vindt dat hij het op papier beter kan uitleggen. En wat moet je dan doen in situaties als deze? Een speech afsteken”, zo opende hij. Wannéér zijn derde boek uitkomt liet hij voorlopig nog in het midden: “De schrijver tikt, de uitgever beschikt. Intussen gun ik mijn tekstverwerker alvast weinig rust”, besloot hij. (Bron: De Nieuwe Schakel, april 1996)

DE OVERTOCHT
Een van zijn grootste ontgoochelingen liep Luc op in 2012. Hij was dat jaar met ‘De overtocht’ genomineerd voor De Zoute Zoen, een belangrijke manuscriptenprijs voor jeugdliteratuur in het Nederlandse taalgebied. “Toen ik bericht kreeg dat mijn inzending genomineerd was voor De Zoute Zoen, deed me dat veel plezier. En dan niet zozeer omdat het een belangrijke prijs is, maar vooral omdat ik dacht dat mijn manuscript dan zeker zou uitgegeven worden. Vroeger was dat ook het geval. De prijs heb ik nooit gewonnen, maar mijn inzendingen werden wel altijd gepubliceerd.”
Deze keer liep het jammer genoeg anders. Er werd hem in een mail van uitgeverij Davidsfonds kort en bondig duidelijk gemaakt dat hij een andere uitgever mocht zoeken voor ‘De overtocht’. “Je kan je wel indenken dat ik erg ontgoocheld was. Tenslotte waren er tachtig inzendingen en vond de jury mij blijkbaar bij de vijf beste. Als reden voor het niet uitgeven van mijn boek, werd o.a. opgegeven dat het moeilijke tijden zijn in het boekenvak. Jaarlijks worden bijvoorbeeld nog slechts dertig jeugdboeken bij Davidsfonds uitgegeven, terwijl er dat vroeger vijftig waren.” De ontgoocheling was uiteindelijk zó groot dat de auteur besliste om zijn nominatie voor de Cultuurprijs 2012 naast zich neer te leggen ...

De afscheidsplechtigheid met urne zal plaatsvinden in de aula Van Hove in Westerlo, nu donderdag 24 januari om 10 uur. De begraving van de urne op de begraafplaats in Herenthout zal plaatsvinden in familiekring. Er is wel gelegenheid tot groeten in het funerarium Van Hove in Westerlo, op woensdag 23 januari van 19 tot 19.30 uur.

IDENTIKIT >>> Luc van Tolhuyzen werd geboren in Herenthout (1949). Op zijn veertiende ging hij noodgedwongen van school, omdat er in die tijd na de lagere school niet echt veel mogelijkheden waren voor kinderen met een handicap. Dat vond hij jammer, want hij studeerde graag. Hij leerde dan maar thuis Frans en Engels. Ook geschiedenis heeft hem altijd geboeid. Voor zijn verhalen haalde hij inspiratie uit eigen ervaringen, de actualiteit, de geschiedenis ... Maar de echte inspiratie kwam al schrijvend, als de personages de teugels leken over te nemen en hij zelf nieuwsgierig werd naar de afloop. Luc is auteur van ‘Vroeger is nooit lang geleden’ (1994), ‘Twee doden en twee lijken’ (1995), ‘Slimoor’ (1999), ‘Een schaduw voor twee’ (1999), ‘De Watervalvogel’ (2000), ‘De uitverkorene’ (2001) en ‘Het Maanoog (2003)’. In 1996 won hij de John Flanders-prijs voor zijn verhaal ‘Getekend’, dat op 3 januari 1997 als 2.243ste Vlaamse Filmpje verscheen. In 2007 behaalde hij een eervolle vermelding voor ‘De Troetel Zeppelin’. Andere Vlaamse Filmpjes van zijn hand zijn: ‘Een kwestie van klinkers’ (2001, #3083), ‘Vliegen’ (2002, #3102), ‘Natte confetti’ (2003, #3126), ‘De boomhut’ (2004, #3157) en ‘Littekens (2006, #3177). Twee van zijn jeugdboeken kregen een vertaling naar het Duits: ‘Tote Schlossherrn lächeln nicht’ (1997) en ‘Mörderkind’ (2001). Luc was ook eindredacteur bij het maandblad Handiscoop.




Luc tekende niet alleen in De Schakel, maar ook voor Filmclub 67.

Geen opmerkingen: