Een verjaardag die de voorbije week haast onopmerkelijk voorbij ging, was die van het Sint-Lutgardiskoor. De koninklijke vierde afgelopen dinsdag haar diamanten jubileum in het Leibeekhof langs de Itegemse Steenweg met een puik verzorgde receptie.
Net als tien jaar geleden bij het gouden jubileum van het koor, werd Rosa Ooms ook dit jaar bij de viering betrokken. De gewezen voorzitster kreeg een oorkonde, bloemen en een geschenk overhandigd. Hieronder lees je de integrale speech van huidig voorzitter Leo Versweyfeld.
”
Dames en heren, mijnheer de burgemeester, mijnheer de schepen van cultuur, mevrouw de directeur van de muziekacademie, mijnheer de voorzitter van de cultuurraad, mijnheer de voorzitter van de Koninklijke Fanfare Sint-Pieter, beste genodigden, beste koorleden uit vervlogen tijden, allerbeste koorleden van vandaag en lieve dirigente.
Het is me een aangename plicht om u vanavond te mogen verwelkomen op onze receptie “60 jaar Sint-Lutgardiskoor.” Toen we de uitnodigingen rondstuurden en reikhalzend uitkeken naar reacties, evolueerde dat van primo “wenkbrauwen die verwachtingsvol de hoogte ingingen en op die hoogte bleven hangen”, over secundo “een diepe zucht van opluchting dat het ja, oef, wel zou loslopen”, tot tertio “een lichte vorm van paniek om jullie hier allemaal nog binnen te krijgen”. Dit maar om te zeggen dat koor en bestuur ontzettend blij zijn met jullie aanwezigheid: laat ons deze receptie als een wederzijds gebaar van waardering beschouwen; want appreciaties, hoe klein ze ook zijn, maken een mens blijer en gelukkiger.
Een hele tijd geleden, nog voor ons gouden jubileum, kregen wij in het koor een rare oprisping om onze naam te moderniseren, om met een nieuwe krachtige naam en een stevige one-liner ons koorproduct in de Herenthoutse culturele markt te zetten. Maar dat ging niet door: de stille kracht van het mystieke gebeuren rond Sint-Lutgardis heeft daar een stokje voor gestoken.
Lutgardis van Tongeren wordt geboren in 1182: dat is 837 jaar geleden, het einde van de 12de eeuw, een eeuw gekenmerkt door de kruistochten en de grote bloei van kloosters, abdijen en conventen. Lutgardis’ moeder is van adel en haar vader is een rijke koopman. Zij groeit op als een levendig en intelligent meisje: papa heeft voor zijn dochter een flinke bruidsschat opzij gezet en een gunstig huwelijk op het oog, maar door een scheepsramp verliest hij zijn fortuin.
Lutgardis wordt naar het klooster van de Benedictinessen in Sint-Truiden gestuurd voor een verfijnde opvoeding: ze is twaalf jaar. In de kloosterschool is zij allesbehalve braaf en oppassend. Net als haar vriendinnen heeft ze meer aandacht voor jongens dan voor studieboeken. Een normaal meisje dus dat bovendien erg knap is en heel wat jongelui uit Tongeren en Sint-Truiden het hoofd op hol jaagt.
En dan gebeurt er wat: terwijl ze zit te praten met een knappe jongeling verschijnt Jezus aan haar in een menselijke gedaante. De middeleeuwse tekst vertelt het volgende: “Lutgardis zag op zekeren keer, toen zij te zamen praatten, Jezus in menschelijke gedaante, mannelijk schoon en liefdevol, vóór zich staan. Hij opende zijn gewaad, en toonde de wonde zijner zijde, rood als versch bloed. Hij sprak innig en doordringend: ‘Laat niet langer het gevlei eener leege liefde uw hart streelen: schouw in deze wonde, die u leert Wien en waarom gij beminnen moet. Hier beloof Ik dat gij zult vinden al de geneugten der zuiverheid.’ Met groote vreeze luisterde Lutgardis toe; zij staarde lang in het open Hart van Jezus.” Einde citaat.
Vanaf dat moment richt Lutgardis al haar aandacht op Jezus Christus, die zij haar ‘hemelse bruidegom’ noemt. Voortdurend vasten en veel mystieke ervaringen, visioenen en voorspellingen bepalen daarna haar leven. Ze wordt novice in het klooster en legt zich een heel gestrenge levenswijze op. Zo gebeurt het dat ze ondanks heftige migraine-aanvallen toch deelneemt aan het nachtelijke koorgebed.
Bij terugkomst op haar kamer, verwijlt zij nog even voor het kruisbeeld en Christus maakt zijn arm los van het kruis en slaat die om haar heen. Dit moment is in veel afbeeldingen van haar terug te vinden. Een heel mooi voorbeeld daarvan is het standbeeld op de beroemde Karelsbrug in Praag. Het is het knapste van alle heiligenbeelden op die fotogenieke brug. En natuurlijk wilden wij daar met het koor graag naar toe in dit jubileumjaar, maar spijtig: onze reis zal voor volgend jaar zijn.
Lutgardis doet het zo goed in het klooster dat ze tot priorin wordt verkozen, maar dat weigert ze en ze zoekt een ander, nog strenger klooster in Aywières, tussen Luik en Hoei. Na enige tijd is ze ook daar zó geliefd dat men haar tot overste wil benoemen van zodra ze voldoende Frans kent om de orde te besturen. Maar dat wil ze niet en ze zoekt hulp bij de maagd Maria. Ik citeer nogmaals: “O.L.Vrouw beschermde haar inderdaad: al was Lutgardis pas 24 jaar toen ze te Aywières binnentrad, en al verbleef zij nog 40 jaar onder hare Waalsche medezusters, nooit heeft zij zooveel Fransch kunnen leeren, dat zij zonder fouten ook maar ’n stukje brood kon vragen als ze honger had. Zoo kon zij zich zonder verstrooiing aan het schouwende en boetende leven wijden.”
Haar koppige wens om geen Frans te moeten leren, hoewel ze hoogbegaafd was, en de goddelijke tussenkomst om dat mogelijk te maken zonder gezichtsverlies, is aanleiding geweest in de 19de eeuw om haar tot patrones van de Vlaamse Beweging en later in de 20ste eeuw ook tot patrones van Vlaanderen te kiezen. Toen het koor dus op 1 februari 1959 in de schoot van het Davidsfonds werd gesticht en een naam nodig had, lag het voor de hand om voor Sint-Lutgardis te kiezen.
Dames en heren, 60 jaar is niet niks, zelfs niet voor een koor. Nu weet ik wel dat 60 jaar voor een vereniging niet fenomenaal is: verenigingen kunnen doorgaan tot ver over de honderd. Voor een menselijk individu evenwel ligt dat anders: dan betekent 60 jaar echt wel diamant. En ik ben erg blij dat wij in het koor zo een diamant hebben, een heel bijzondere stem die van bij de stichting op 1 februari 1959 al 60 jaar lang heeft meegeklonken op repetities, optredens, concerten en feesten van het koor. Toen ons koor 10 jaar geleden de titel ‘Koninklijk koor’ verkreeg, hadden we dat vooral aan die stem te danken: 60 jaar geleden was ze een sopraantje van zeventien, ze is meer dan 40 jaar bestuurslid en 20 jaar voorzitter van het koor geweest. Dames en heren, ik heb het natuurlijk over mevrouw Rosa Ooms.
Lieve Rosa,
Het is onbegonnen werk om aan dit publiek duidelijk te maken wat jij allemaal voor het St.-Lutgardiskoor hebt gedaan. Jij hebt er enorm veel energie en tijd in gestoken, je hebt het koor heel veel vriendschap gegeven en er zelf ontzettend veel zorgen om gehad: je hebt daar ook altijd je gezin voor ingeschakeld. Wij zijn daar heel erg dankbaar om en wij willen je graag huldigen bij deze 60 jaar St.-Lutgardiskoor. We hebben een oorkonde voor u waarmee we u plechtig “Diamanten Koorlid van Sint-Lutgardis” verklaren. En daar hoort uiteraard ook een bloemetje en een geschenkje bij. Rosa, van ons allemaal een heel dikke proficiat en een heel warm dank u wel voor jouw 60 jaar Sint-Lutgardiskoor!
De Heilige Lutgardis, dames en heren, is gestorven op 16 juni 1246, bijna 775 jaar geleden. Wij herdenken dat, want op 22 juni houdt het koor hier in het Leibeekhof een groot Sint-Lutgardis-familie feest.
Het is een jubileumjaar: op zaterdag 4 mei 2019 treden we op in Aarschot Volkoren, op zondag 19 mei 2019 houden we Toonmoment met de Muziekacademie en op zaterdag en zondag 9 en 10 november 2019 vinden onze best-of-jubileumconcerten plaats in de Gummaruskapel.
Graag geef ik het woord terug aan uzelf voor een leuke babbel, een prettig weerzien, toffe herinneringen. Geniet nog van een lekker hapje en een verkwikkend drankje.
Ik ben blij dat u hier bent en ik dank u voor uw aandacht.
Leo Versweyveld,
Voorzitter Sint-Lutgardiskoor
Geen opmerkingen:
Een reactie posten