zondag 8 september 2019

75 jaar Bevrijding in de Kempen

Op 15 september 1944 werd misschien wel de donkerste bladzijde uit onze geschiedenis geschreven. Huirtuit was dan wel bevrijd, maar de Duitsers hadden zich in Herentals verschanst, achter het Albertkanaal. Fons Bosmans (85) herinnert zich het drama dat zich afspeelde ter hoogte van de elektriciteitscabine langs de Molenstraat Tweede Wereldoorlog nog levendig. Het Laatste Nieuws ging hem opzoeken.

Herenthout werd begin september 1944 zonder bloedvergieten bevrijd. De Engelsen zaten in Bevel op het kasteel Bevelhof, het verzet bezette het gemeentehuis en de Duitsers hadden zich in Herentals achter het Albertkanaal teruggetrokken. Opgeruimd staat netjes, zou je denken. Maar het ergste moest toen nog komen ...
Je moet weten dat de Duitsers tijdens het bevrijdingsoffensief alle bruggen over de Kempense kanalen lieten springen. Burgers moesten de kanalen met een veerpont oversteken. De Duitsers hadden die veerponten niet nodig: na de bevrijding van de Zuiderkempen staken nog regelmatig tot de tanden bewapende patrouilles met eigen middelen het kanaal over om verkenningen uit te voeren, eten op te halen, of - zoals in Herenthout - wraak te nemen ...

DUBBEL DRAMA
De Duitsers zijn uiteindelijk pas echt uit Herenthout vertrokken toen een lid van verzetsgroep De Witte Brigade Fidelio een Duitse officier had doodgeschoten. Maar ze zinden op wraak en op 15 september 1944 zagen ze hun kans schoon.
Geboren en getogen Huirtuiteneir Fons Bosmans was amper 10 jaar ten tijde van de bevrijding, maar herinnert zich het dubbel drama nog alsof het gisteren was. Een paar dagen eerder - in de nacht van 11 op 12 september 1944 - werd Françis Cogels, pelotonoverste van Fidelio en schoonzoon van de baron van het kasteel Herlaar, per ongeluk doodgeschoten aan een wachtpost van zijn eigen verzet. “Op de dag van zijn begrafenis zagen de Duitsers de kans om even terug te keren naar Herenthout, aangezien iedereen van het verzet in de kerk zat. In een van de huizen die ze binnengingen, stond echter nog iemand van het verzet van wacht. Die verzetsstrijder (Edouard Mertens, eVER) liep weg naar de koer van een ander huis en sprong daar over een muurtje, maar kon gevat worden door de Duitsers. Ook een onschuldige man met twee zonen (Frans, Marcel en Adolf Horemans, eVER) die in de kelder van dat huis zaten te schuilen, werden meegenomen. De Duitsers dachten dat zij ook van het verzet waren, wat niet waar was. Iets verderop hebben de Duitsers hen alle vier geëxecuteerd. Intussen zat iedereen te schuilen in zijn kelder, want we dachten dat ze iedereen gingen fusilleren. De vrouwen waren aan het wenen, iedereen was aan het bidden... het was triestig.”

PLEZANTE MOMENTEN
Maar het was niet allemaal kommer en kwel. Er waren ook plezante momenten. “De intrede van de geallieerden met hun tanks was heel plezant. We dachten dat de oorlog gedaan was. De mensen waren aan het dansen en aan het feesten”, vertelt Bosmans. “Elke dag was er een bal in zaal Lux, die weer was heropgebouwd na de bombardementen in het begin van de oorlog. Daar werd zoveel gedronken dat de uitbaters ’s anderendaags de briefjes geld moesten ophangen om ze te laten drogen, want ze waren nat van het bier”, lacht Fons.

MISSIONARIS
Ook over zijn broer Lode, die 19 jaar was tijdens de bevrijding en ook lid was van Fidelio, heeft Fons nog enkele opmerkelijke anekdotes. “Lode ging met de fiets naar school in Antwerpen en moest van de hovenier van de baron altijd een fles melk meenemen en afgeven aan iemand die hem bij aankomst stond op te wachten. Pas na de oorlog is uitgekomen dat in de dop van die fles geheime verzetsboodschappen verstopt zaten. Mijn broer wist er niks van en mijn vader is daardoor nog heel slechtgezind geweest op de baron: ‘Als ze dat ontdekt hadden, hadden ze hem onmiddellijk doodgeschoten’. Van het verzet moest Lode samen met zijn vriend Gust ook in Herentals gaan controleren waar de overgebleven Duitsers nog zaten. Ze werden toen onder vuur genomen en kropen in een gracht. ‘Ik zou als een mol in de grond zijn gekropen van schrik’, vertelde Lode daarna. Gust zou gezegd hebben dat hij priester zou worden als hij daar levend uitkwam. Nadien is die effectief ook priester geworden en is hij zelfs als missionaris nog naar Amerika getrokken”, lacht Fons.

SCHRIK
De bombardementen in het begin van de oorlog jaagden Fons als kind wel veel schrik aan. “Dat klonk als een kruiwagen die over een slechte weg reed: meermaals een pop-geluid, dan was het even stil, daarna kwam het suizen van de vallende bom. Anderzijds was de oorlog als kind in zekere zin ook een plezante periode. De school was vaak gesloten en het is niet zo dat de Duitsers hier een schrikbewind voerden. Als zij met houten kogels aan het oefenen waren, deden ze de huls eraf en gaven ze die aan de kinderen. Het ging er dan om om te pochen met de meeste hulzen. Onze buren hadden ook een Duitser in huis die zwaar gewond was door een oefening die hij als straf moest uitvoeren. Onze buurvrouw heeft die man verzorgd, want die was echt aan het afzien. Die menselijkheid tussen elkaar was er wel.” (Bronnen: Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad)

Geen opmerkingen: