Voor het eerst sinds mensenheugenis wordt er straks geen braderij georganiseerd in ons dorp. Normaal stond er dit jaar een jubileumeditie op het programma, maar de zestigste editie sneuvelt door Covid-19. Geen 'bradderij’? Dan duiken wij toch even het verleden in, tiens!?
De eerste editie van het koopjesfestijn beperkte zich tot één straat en was derhalve geen organisatie van de overkoepelende middenstandsvereniging. Die bestond nochtans al sinds 1948, met Pol Manuels Bosmans als voorzitter. “Er was binnen de middenstand al wel over een grootschalig initiatief gepraat, maar dat leidde niet tot concrete plannen”, zei wijlen Walter Goovaerts ooit in De Nieuwe Schakel.
Zes winkeliers uit de Jodenstraat besloten zelf de koe bij de horens te vatten. “Het waren Jef Ledegen, Staf Van Grieken, Jos De Greef, René Van Ouytsel, Luc Braeckmans en ikzelf. De Jodenstraat was in die tijd ook al een ‘dichtbewinkelde’ straat. Op het stuk van de Markt tot aan de van Reynegomlaan kwam je naast de reeds genoemde zaken onder meer tien kruidenierswinkels, vijf cafés en een beenhouwerij tegen (waar is de tijd, n.v.d.r.). We zijn bij al die mensen gaan uitleggen wat we zinnens waren. Geen gemakkelijke opdracht a) omdat het woord ‘braderij’ toen een ietwat negatieve bijklank had, en b) omdat we aan de deelnemers een tussen-komst van 150 frank in de onkosten vroegen. Niet iedereen was meteen overtuigd, maar uiteindelijk deden ze toch allemaal mee. Van het bijeengebrachte geld kochten we een paginagrote advertentie in het Reklaamblad en dat was het. Meer kon er niet af. Onze verwachtingen waren dan ook niet al te hoog gespannen.”
Onverhoopt succes
Dat bleek een verkeerde inschatting van formaat te zijn. “Toen burgemeester Nest Vercammen ter hoogte van het café van Marie van Roze Kat het lint doorknipte, stonden honderden mensen aan te schuiven op de Markt. Zo’n massa volk hadden we echt niet verwacht. Die eerste uitgave was al meteen een buitengebeuren: op straat waren kraampjes opgesteld voor een tombola, het rad van fortuin en andere spelletjes. Ik moet zeggen: de sfeer was geweldig.”
En de euforie was ook groot bij de organisatoren. Dat bleek uit de gevleugelde woorden die Staf Van Grieken uitsprak op de openingsreceptie. “Ik hoor het Staf nog zeggen alsof het gisteren was”, zei Walter Goovaerts. “Hij had in die tijd naast een vis- en een kruidenierswinkel ook nog een frituur. Het was daar dat hij – met een pintje bier in de hand – tegen Nest Vercammen zei: Burger, als we binnen tien jaar nòg braderij houden dan drinken we champagne!” Of de Staf die belofte in 1971 inderdaad is nagekomen, weten we niet.
Braderij-handelsfoor
Wat we wèl met zekerheid weten, is dat het succes van die eerste braderij niet onopgemerkt bleef. In het Reklaamblad van 14 augustus ’65 lezen wij naar aanleiding van het eerste braderijlustrum: “De Herenthoutse middenstand werd in 1961 wakker geschud door het succes van de eerste braderij in de Jodenstraat. Die uitgave groeide het volgende jaar uit tot een feestelijkheid over het ganse dorp.”
Die beslissing werd niet zomaar van de ene dag op de andere genomen. “De middenstand speelde eerst met de idee van een beurtrol. Volgend jaar is de Molenstraat aan de beurt, dan volgt de Vonckstraat enzovoort. Uiteindelijk koos men voor een gezamenlijk koopjesfestijn, met dien verstande dat wij, de initiatiefnemers van de Jodenstraat, niet mochten meedoen. De ‘dissidenten’ moesten bij Pol Manuels voor de vierschaar verschijnen en dat was de boodschap die ze meekregen. Externe omstandigheden maakten dat het nooit zover is gekomen en dat de gezamenlijke braderij in 1962 inderdaad een feit was. Er waren 81 deelnemers. Door concurrentie van buitenaf – het NCMV wou in Herenthout een handelsfoor opzetten – koos men vanaf dat ogenblik voor de benaming braderij-handelsfoor.”
Prinses, hostess, miss
Van bij de tweede editie al pakte de middenstand uit met een Prinses Braderij. “Dat idee was in feite geïnspireerd op de vastenavondstoeten, en dan in het bijzonder op de figuur van Prins Carnaval. De stoet heeft zijn prins, vanaf nu heeft de braderij zijn prinses, zo redeneerden wij.” En dus werd Maria Van Brecht in 1962 als eerste in de prinsesstand verheven.
In het Reklaamblad van 18 augustus ’62 lezen wij daaromtrent: “Buiten de commerce en negocie is er ook voor de nodige attracties gezorgd en de verlokkende glimlach van Prinses Braderij zal er wel voor zorgen dat de weerbarstige porte-monnaie zich automatisch ontsluit en mee bradeert.” Walter herinnert zich dat de Prinses werd rondgereden in een open wagen. “Ze zat naast de burgemeester, het gezelschap werd begeleid door de drumband van de KAJ. Nu kijkt men daar niet meer van op maar in die tijd was dat echt iets wonderlijk.”
Om één of andere reden werd er vanaf 1967 geen prinses meer aangesteld. Pas veertien jaar later werd opnieuw met die traditie aangeknoopt, al werd de prinses nu een Braderij Hostess. Later ging men de benaming Miss Braderij hanteren.
Nepprinses
De prinses werd destijds rondgereden in een open wagen en reed steevast vanuit de Leopoldstraat naar links de Molenstraat in, richting Markt. Op die manier kregen de bewoners van de Molenstraat - het deel van de Leopoldstraat tot aan de Hazenstraat - de prinses nooit voor hun eigen deur te zien. Op zeker ogenblik zetten ze een ludieke actie op om daarover hun ongenoegen kenbaar te maken. Ze kozen zelf een ‘alternatieve’ prinses. En of ze alternatief was. Fieneke Geyselings – ze baatte in de Molenstraat een kruidenierswinkel uit – moet op dat ogenblik zowat 70 jaar zijn geweest. Wijlen schepen Sooi Wagemans deed zich voor als burgemeester en ‘kroonde’ Fieneke tot prinses. Facteur Jos Voet spande zijn paard voor de kar, waarna de nep-prinses door de buurt werd rondgereden. De actie was als grap bedoeld, hoewel ze tegelijk ook een steek onder water was aan het adres van het braderijcomité. (Bron: De Nieuwe Schakel, 2000)
Van bij de tweede editie al pakte de Herenthoutse middenstand uit met een Prinses Braderij. Er was zelfs ooit een ‘alternatieve’ prinses. En of ze alternatief was. Op de foto wordt nep-prinses Fieneke Geyselings door Jos Voet en Sooi Wagemans door de Molenstraat gereden. Beeld Foto Jules Bouwen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten